Sneeuw 9/1
In de sneeuw is het koud.
De sneeuw is prachtig.
De bomen zijn ook prachtig.
De bomen zijn ook prachtig.
Er ligt sneeuw op de takken.
Witte wintersneeuw.
Ik hou van de sneeuw maar ik wil mijn benen niet breken.
Ik hou ook van Kristientje.
Witte wintersneeuw.
Ik hou van de sneeuw maar ik wil mijn benen niet breken.
Ik hou ook van Kristientje.
Kris
Over de winter
In winter sneeuwt het, het wordt heel koud en het vriest ook nog.
De kerstdagen zijn achter de rug.
De bomen zijn kaal en zijn bedekt met sneeuw.
‘s Avonds is het vroeg donker en het is winteruur.
Ik ben een winterkind.
Op 27 januari wordt ik 61 jaar, samen met Franklin.
Wij gaan dat nog vieren. Samen met de bodega meisjes groep.
Lieve A.